Broddelen
Wat is broddelen?
Broddelen is een stoornis in het spreken, die zich uit als een niet-vloeiende of a-ritmische, moeilijk verstaanbare spraak. Opvallend zijn een slappe uitspraak en een hoog spreektempo, het ineenschuiven van woorden (bijvoorbeeld ‘tevisie’ in plaats van 'televisie'), stopwoordjes, snelle woordherhalingen en klankherhalingen, en moeilijkheden met het formuleren van gedachten, ook schriftelijk. Broddelen kan samen gaan met hyperactiviteit en een slechte concentratie, dit hoeft echter niet. Het spreek- en schrijftempo bij mensen die broddelen worden onvoldoende aangepast aan de linguïstische, motorische of communicatieve eisen van het moment.
De luisteraar zal de persoon die broddelt vaak slecht verstaan en reageren met: "Wat zeg je?" De spreker merkt wel dat er iets mis is met zijn spreken, maar hij weet niet precies wat. Broddelen is als een stoornis in de communicatie te beschouwen.
Doordat er bij broddelen herhalingen van woorden en klanken zijn, lijkt het soms op stotteren. De symptomen zijn niet specifiek zoals bij stotteren en zijn daardoor minder opvallend. Broddelen en stotteren gaan ook vaak samen. Een duidelijk verschil met stotteren is dat de broddelaar niet opmerkt dat zijn spreken herhalingen en onduidelijkheden vertoont en de stotteraar meestal wel.
Voor de oorzaak van broddelen zijn er aanwijzingen dat het een probleem of onvoldoende rijping is in het centrale zenuwstelsel. De spraak- en taalontwikkeling verloopt daardoor niet evenwichtig. Onderzoeken hiernaar zijn recentelijk gestart. Broddelen kan pas echt vastgesteld worden bij een leeftijd van rond de 7 à 10 jaar, als de periode van de spraak- en taalontwikkeling is voltooid. Vaak is er sprake van een erfelijke component: 85% van de mensen die broddelen hebben een familielid met een historie van spraaktaalmoeilijkheden of vloeiendheidsproblemen.
Op latere leeftijd kan broddelen het carrièrepatroon nadelig beïnvloeden, wanneer hogere eisen aan de spreekvaardigheid gesteld worden.
Wat doet de logopedist/stemtherapeut?
Bij kinderen kan de logopedische behandeling in overleg en in samenwerking met bijvoorbeeld een remedial teacher geboden worden. Dit zal vooral gebeuren bij zogenaamde risicokinderen: kinderen bij wie een late of vertraagde spraakontwikkeling wordt geconstateerd en bij wie broddelen in de familie voorkomt. Ook kinderen met lees- en spellingproblemen kunnen hierbij horen.
Bij (jong)volwassenen richt de behandeling zich vooral op bewustwording van de eigen spraak, uitspraaktraining, training in correct formuleren en ritme- en intonatietraining. Het resultaat van de behandeling hangt, naast de ernst van het broddelen, af van doorzettingsvermogen, concentratievermogen en motivatie.
Het onderzoek en de behandeling van broddelen worden als regel vergoed door de ziektekostenverzekeraars, na verwijzing door huisarts of medisch specialist.